Organitopia – Ina Smittenberg



Al mijn hele leven schrijf ik boeken en schriftjes vol met inspiratie. Ik heb aantekeningen over honderden boeken gemaakt. In april 2020 greep ik #the100dayproject op Instagram aan, om eens wat met al mijn schrijfsels te gaan doen. Nu post ik daar dagelijks een tekening over mijn mooiste #boekvindsels. Hier mijn tiende serie vindsels over het boek ‘Organitopia’ van Ina Smittenberg.
Als je de kans krijgt ga dan een keer luisteren naar Ina als ze over dit boek of deze inhoud spreekt. Prachtig hoe zij gedegen theoretische achtergrond, ervaringen uit de praktijk en filosofische overpeinzingen ineen weeft tot een heldere stellingname. Ze laat haarscherp zien waar het misgaat in organisatieveranderingen en wat je kunt verbeteren. Op een toegankelijke manier met humor. Ik ga mijn best doen in de komende tekeningen een kijkje in dit boek te geven, dat ik met een grote glimlach in één ruk heb uitgelezen.
Ina schetst eerst dystopia, elkaar snel opvolgende organisatieveranderingen die te oppervlakkig, te top-down of juist te beheersmatig worden ingezet. Ze toont een zestal fenomenen die dan op kunnen treden, waarvan ik het oppervlakkig volgen van hypes heb getekend. Dit boek is geschreven voor wie niet enkel winstmaximalisatie nastreeft, maar zich rekenschap geeft van de prijs daarvan. In organitopia is de taak en toegevoegde waarde van het bedrijf in de buitenwereld het kloppend hart en herkennen medewerkers zich persoonlijk hierin. Veranderingen worden dan gedragen door medewerkers en zijn buiten de organisatie meetbaar, bij klanten en burgers.
In het hoofdstuk ‘De psychologie van verandering’ zoemt Ina in op de wij-ik dynamiek. Verbinding en zelfverwerkelijking, herkenning en erkenning, erbij horen en verschillend zijn, een levenslange pendel tussen twee uitersten. In een organisatie dienen beiden aandacht te krijgen. ‘Een leider dient oog te hebben voor het gezamenlijke, en variantie te begrijpen als een volstrekt normaal fenomeen’ schrijft Ina, ‘mensen verschillen in de zingeving die ze zoeken, ook binnen de muren van een organisatie’. Een thema dat ik op alle levensgebieden als belangrijk ervaar en daarom las ik met plezier al Ina’s citaten en achtergrondinformatie.
Om een duurzame, toekomstbestendige verandering in gang te zetten, waarbij het hart van de organisatie èn de medewerkers gaat kloppen, pleit Ina voor volle aandacht voor zowel het Schone, het Ware als het Goede. Deze drie waarden komen van Plato, de zoektocht naar schoonheid, de drang naar echte kennis en het verlangen om het goede te doen. Ina schrijft ‘het appelleert aan een zorgvuldige, onderzoekende, nieuwsgierige levenshouding’ en dat zinnetje triggert mij omdat dat volgens mij aan de basis staat van een gezonde samenleving. Daar kunnen we maar niet genoeg mee oefenen wat mij betreft.
Lezend over het schone irriteerde de uitspraak ‘Art is a lie which makes us see the truth’ me in eerste instantie. Ik zie kunst graag als mooi. Maar doorlezend besefte ik hoe goed deze zin de kern van Ina’s betoog weergeeft: kunst kan ontregelen. ‘In de wereld van organisatieverandering is schoonheid niet het meest voor de hand liggende element in het ontwerpen van een aanpak’ schrijft Ina. Zij beschrijft prachtig het ‘evocatieve vermogen’. Zo werkt kunst sneller dan eindeloos nadenken om mensen mee te krijgen in een emotie, helpt het om te pendelen tussen wij en ik, kun je er zowel herkenning als ontregeling mee oproepen. ‘Schoonheid roept het hart wakker.’
Uit alle interessante gezichtspunten kies ik als laatste deze nog uit het hoofdstuk ‘Het Ware’. Eentje die ik erg herken en waar ik in mijn eigen boek ook over schrijf: ‘Echt onderzoeken heeft niet alleen met feiten te maken, maar ook met perspectieven’. Ik dacht terug aan een fototentoonstelling waar ik jaren geleden was. Er werd duidelijk gemaakt hoe journalisten door hun foto uitsnede jouw gevoel over de impact van een demonstratie enorm kunnen beïnvloeden. ‘Feiten hebben geen hart’ schrijft Ina. ‘Wetenschap lijkt via evidence based statistieken onder meer de ethiek vorm te geven. Denk aan hoe checklists over kwaliteit en resultaat, het eigen denken en inschattingsvermogen van professionals hebben overgenomen’.
Er is nog zoveel meer moois in het boek, zoals de eindzin ‘de weg zelf is de bestemming’.


